1. Delflandse strand

Het Delflandse strand is een breed begrip. Tot hoever kun je het nog tot de Europoort rekenen en wanneer is het Zuidhollandse kust? Dat het strand begint bij de pier van Hoek van Holland is duidelijk, maar het einde is altijd triviaal. We hebben ervoor gekozen om bij deze beschrijving tot de Zandmotor te gaan. Dit markante punt tussen Terheijde en Monster is een goed zichtbare mijlpaal. Vissers uit het Europoortgebied nemen het Delflandse stuk namelijk nogal eens als alternatieve stek voor het vissen de havens. Bovendien is dit stuk regelmatig het toneel van grote wedstrijden, waaronder de voorselectie Midden voor het NK Kust. Noordelijk van de Zandmotor hoort het strand in onze beleving niet echt meer tot het Europoortgebied, maar ook hier kun je natuurlijk een visje vangen!

Zeker als je weer eens ouderwets zand onder de voeten wilt voelen, dan is naast Maasvlakte 2 de Delflandse kust het enige alternatief. En alhoewel de vangsten vanaf het strand in de afgelopen decennia aardig zijn afgenomen, zien velen strandvissen nog altijd als het “echte werk”. De strijd met de elementen kan hier vol worden aangegaan.
Maar zoals gezegd, het is niet meer zoals het was. Door de vele zandsuppleties rond 2009 heeft het strand soms meer weg van een bouwterrein, dan van een natuurlijk zandstrand. Het kustwater is ook niet diep, vaargeulen en dergelijke zijn niet te vinden. Eind 2008 is begonnen met het verbreden en ophogen van het strand ter bescherming van het achterliggende Westland. Het is even afwachten hoe de eindsituatie er uit gaat zien. Vast staat dat er een structuur blijft van zwinnen en vooral véél muien. En daarmee is gelijk een van de grote charmes van Zuidhollandse strand genoemd. Want door deze afwisseling in de bodem is het altijd maar weer de vraag waar de vis zwemt. Is het in de mui, in het zwin, op de bank, net er over of juist er voor? En zit de vis nou in het diepe gedeelte of juist niet? De omstandigheden en de plaats waar de vis aast, kan per minuut en per plek verschillen. Bij laag water zie je soms mooie putjes, die\ een tij later helemaal verdwenen blijken te zijn! Deze veelzijdigheid maakt dit strand ook uitermate geschikt als selectieparcours voor vele wedstrijden en kampioenschappen, waarbij je dus al je ervaring en tactieken in de strijd moet gooien.
Er zijn veel omstandigheden die bepalen of je op het strand vis vangt of niet. In het algemeen heb je er tijdens vorstperiodes niets te zoeken. Hooguit dat je vanaf een strekker het diepere water kunt bereiken en dan nog een verdwaalde vis kunt vangen. Eigenlijk begint het visseizoen als het water opwarmt, maar doorgaans niet eerder dan begin april. Dan is de bot de eerste vis die het ondiepe water opzoekt. Vrij snel volgt de zeebaars, wijtinkjes en meun. Langs en in de strekkers zoeken grondels en steenslijmvissen hun plekje en vanaf juni kun je de zomervissen paling en tong verwachten. In het najaar komt de wijting en de gul onder de kant, maar na de eerste vorst zijn die al snel weer weg.
Van zuid naar noord kom je een aantal strandovergangen tegen, waar je ook je auto kunt parkeren. In de zomerperiode is dit bijna altijd betaald parkeren, behalve ’s avonds.



Het strand kun je via verschillende wegen bereiken. In deze beschrijving nemen we de A20 en pakken vervolgens afrit 6 richting Hoek van Holland. Dit is de N220, oftewel de Maasdijk(let op de flitspalen!). Aan het einde van deze weg kun je kiezen uit de drie belangrijkste strandovergangen: Hoek van Holland, Vluchtenburg en 's-Gravenzande/Terheijde. In deze beschrijving behandelen we ook deze 3 stukken strand.
Als eerste gaan we naar Hoek van Holland. We gaan dus linksaf en na 1 kilometer gaan we rechtsaf richting "Strand". Dit is de Schelpweg, die we helemaal uitrijden. Aan het einde gaan we weer rechtsaf, dit is de Badweg. Deze rijden we weer helemaal uit en dan staan we bij het strand van Hoek van Holland.



Het strand is hier erg vlak en het water erg ondiep. Als visser heb je overdag aan de linkerkant, richting de Pier, niks te zoeken. 's Avonds is het anders. Ga dus bij daglicht gewoon recht naar het water toe, in het donker maakt het niet uit. Hier beginnen de eerste muien en zwinnen en dat betekent natuurlijk een goede kans op vis!! Zoals op zoveel ondiepe wateren is het 's avonds aanmerkelijk beter vissen dan overdag. De vis waagt zich in ondieper water en komt daarmee binnen werpafstand. Ook als het water troebel is, zijn de vangstkansen aanmerkelijk groter. Maar de mooiste uitdaging is het zoeken naar de plek waar de vis zich bevindt! Aast de vis op de bank, voor de bank, achter de bank? Moet je bij de eerste of bij de tweede bank vissen?



Op het strand kun je, afhankelijk van het seizoen, alle zeevissoorten aantreffen. Houdt je op deze stek iets rechts aan, zeg maar recht tegenover de laatste strandpaviljoens, dan heb je 's winters een goede kans op mooie gullen. In de zomer is het juist zeebaars die je met succes kunt belagen. De platvisliefhebbers kunnen zich verheugen in veel bot, afgewisseld met schar of tong. Wedstrijdvissers zijn erg in hun nopjes als ze op deze stek loten. Let wel op parkeren. In het weekend is het betalen en overigens moet je je dan tussen de uitgaande massa een weg naar het strand banen.



De volgende stek die we bezoeken is Vluchtenburg. Vanaf het einde van de Maasdijk kun je bij de stoplichten recht oversteken. Dit is de Nieuwlandsedijk. Rijd deze weg uit en je komt bij een groot parkeerterrein. Hier zet je je auto neer. Hier ligt ook restaurant De Oase. Het is nu even een klein stukje lopen voor je op het strand bent.


Tussen Hoek van Holland en Vluchtenburg vind je een structuur van muien en zwinnen. Zoals hiervoor al beschreven zul je niet veel vis vangen als je op de bonnefooi in gaat gooien. Zoek de bodem af en vooral: kijken waar de golven breken. Zo kun je bepalen waar de banken liggen en waar de muien en zwinnen.
Was het nu maar zo dat je de vis altijd in de diepste putjes en ver weg kon vinden! Soms moet je juist op de banken je aas aanbieden voor een leuke zeebaars of bot. Er staat op zo'n bank soms maar een halve meter water, maar toch zit dan daar de vis. Porbeer het ook eens een paar meter uit de kant. Bij laag water zit je gelijk op een schuine helling met een meter water. Bij hoog water komt de vis gewoon mee!





In "dik water" en 's avonds kun je de vis dicht onder de kant aantreffen. Zeebaars, bot én tong vang je regelmatig op 20 centimeter water!!! Niet zelden gooien vissers dan ook over de vis heen. Zeebaarsvissers weten dat een beetje branding de vangstkansen aanzienlijk verhoogt. Het is dan een kwestie van op een meter of 5-30 in de brekende golven je aas aan te bieden.



Vanaf de duinovergang Vluchtenburg richting het noorden lagen er strekkers het water in. Met de verbreding van het strand zijn deze definitief verdwenen. Daarmee is ook een extra vismogelijkheid verdwenen, want de "putjes" rond de kop zijn er niet meer.



We keren weer terug naar ons startpunt: het einde van de Maasdijk. We gaan nu rechtsaf richting 's Gravezande en Monster over de N211, oftewel de Noordlandseweg. Na een kilometer of drie rijd je de bebouwde kom van 's-Gravenzande binnen. Vrijwel direct kun je dan linksaf slaan richting het strand. Heel toepasselijk is dit de Strandweg.



Op het parkeerterrein bij de WSV 's-Gravenzande kun je je auto parkeren en een korte wandeling richting zee beginnen. Deze plek is ook de uitvalsbasis voor veel wedstrijden. Met een platte wagen worden de vissers naar hun stek gebracht, zodat ze uitgerust aan de wedstrijd kunnen beginnen. Na de wedstrijden zijn in het clubhuis natje en droogje in ruime mate verkrijgbaar.



Bij deze duinovergang zie je een immense strandvlakte. Pff, even sjouwen naar de kustlijn. Dan is het zoeken op welke afstand de eerste bank ligt. Ga je er overheen vissen, of eerst maar eens onder de kant...?







Het is de bedoeling dat het strand nog een stuk breder en hoger wordt. Weer, wind en stroming moeten hun natuurlijke werk gaan doen. Tegen de kustlijn aan is flink zand opgespoten dat later door de stroming moet worden meegevoerd naar het strand. Kortom, het blijft een stek in beweging. Sinds 2008 is door het opsuiten het diepe water een stuk dichterbij gekomen. Vooral de scharvangsten in de winter zijn spectaculair toegenomen.






Nog verder naar het noorden ligt tegen Monster. Hier zijn twee goede strandovergangen. De eerste ligt in Terheijde bij de Reddingsbrigade en de Viskeet. Ruime parkeergelegenheid en een water dat vergelijkbaar is met de beschrijving van 's-Gravenzande.

De tweede overgang is Molenslag, inderdaad langs de markante molen naar het strand rijden. Rechts van de overgang loop je richting de Zandmotor die je een kilometer verder goed ziet liggen. Als gevolg van de aanleg van deze Zandmotor wordt het aan deze rechterkant steeds ondieper. Met laag water kun je deze ondiepte als een grote zandplaat goed zien liggen. Let op dat je er prima kunt staan, maar dat bij opkomend water het zwinnetje dieper is dan je denkt. Laat je niet verrassen!! Met hoog water moet je dus vanwege de veiligheid achter het zwin gaan staan, maar erg veel vis hoef je op die ondiepte niet te verwachten.

Op de Zandmotor zelf is het goed vissen vanwege de nabijheid van dieper water. Het is echter nogal een tippel voor je er bent. Houd rekening met een minuut of 20 lopen, dus weinig materialen meenemen. Omdat de Zandmotor bedoeld is als actieve kunstbeschermer (zand spoelt hier continu aan en weg) is het onzeker hoe de vangsten zich hier gaan ontwikkelen.

Je hoort wel eens verhalen van vissers die langs de Delflandse kunst ver het water in waden en uiteindelijk belanden op een zandbank, soms wel 100 meter vanaf het strand. Die bank ligt dan niet droog, maar je kunt door de hengel in je hand te houden wel actief vissen in een dieper stuk water. DOE HET NIET!!! De stroming is levensgevaarlijk, het tij kan bijvoorbeeld via agger plotseling stijgen, nog los van de hoge golven afkomstig van schepen die je kunnen verrassen. En dan willen (vissers)bootjes ook nog weleens dicht onder de kant komen en die zien jou echt niet staan.